De goede boom

We zijn geroepen om vrucht te dragen. Toen de Here Jezus eens honger had en geen vrucht vond aan de vijgenboom, vervloekte Hij die. Hij had niets aan een boom die vol bladeren zat, maar zonder vrucht. Is dat niet ook het beeld dat kinderen Gods vaak vertonen:  veel bladeren en geen of weinig vrucht? Kinderen Gods die veel praten, maar weinig doen. Die er de mond vol van hebben wat ze al dan niet zullen doen, maar het daarbij laten. De Here heeft daar niets aan. Hij zoekt niet naar bladeren, maar naar vrucht; goede vrucht wel te verstaan.

Het evangelie wordt belemmerd als we slechts bladeren voortbrengen. Er gaat dan niets of niet veel van ons uit, terwijl de kracht van het evangelie pas zichtbaar wordt door de vrucht die we dragen. Dat typeert wie we in werkelijkheid zijn. Alleen vruchtdragende kinderen Gods kunnen een hemelse geur verspreiden, omdat er een krachtig getuigenis van hen uitgaat. Door de heerlijke en goede vrucht die we dragen, nodigen we anderen uit tot plukken en om zodoende deel te hebben aan de redding en zegeningen van het Koninkrijk van God. Goede vrucht straalt leven uit.

De Here zei over de kinderen Gods: “Aan hun vrucht zult gij hen kennen… Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort… Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen…” (Mattheüs 7:16-18).

share