Medewerkers en Discipline

Iedere gemeente is voor een zeer groot deel afhankelijk van de diensten van vrijwilligers. Het is niet doenlijk, voor geen enkele gemeente, alle posten te bemannen met fulltimers. Daarom beseft iedere voor­ganger het grote belang van het werken met vrijwilligers; die zijn hard nodig voor het verrich­ten van de uitgebrei­de werk­zaamheden. In principe is ieder gemeentelid daarbij no­dig, want het werk kan niet gedaan worden door slechts enkelen.­

Toch moeten we rekening houden met de geschiktheid voor het dienen in de gemeente. De dienst in het huis van de Here is een heilige zaak. Een ieder die zich daaraan wil wijden, moet een goede relatie met de Here hebben. Een reine levenswandel is van groter belang dan de natuurlijke talenten en kwaliteiten van de medewerker. Niet zelden zien we dat leiders alleen kijken naar die talenten en kwaliteiten en niet nagaan hoe het staat met het leven in Christus. Zaken, zoals een rein leven, trouw, nederigheid, gebed en discipline, zijn van groot belang, want iedere medewerker die niet voldoet aan de eisen van God, kan tot schade zijn voor het Lichaam van Christus.

Nu moeten we niet denken dat de eisen voor het leven van de medewerker in het huis van God hoger zijn dan voor de doorsnee gelovige. Iedereen die zich christen noemt, behoort zich te houden aan de leer van Christus en moet een gedisciplineerd leven leiden. Als de Here spreekt over de wandel van de chris­ten, dan heeft Hij het over alle gelovigen, inclusief de lei­ders. Iedereen behoort een licht te zijn en het goede voor­beeld te geven. ­

Toch denk ik dat er enkele zaken zijn, waar de medewerkers heel in het bijzonder rekening mee behoren te houden, bijvoorbeeld trouw in de dienst van het huis van God. Men moet op hen kunnen rekenen. Paulus adviseert Titus om uit te zien naar betrouwbare mensen. Betrouwbare mensen hebben respect voor hun leider. Ze zijn er als ze nodig zijn. Steeds op tijd en steeds op hun plaats. Ze volgen de instructies nauwkeurig op en spreken geen kwaad van de ander. Ze zijn bereid zich te laten trainen om goed toegerust te zijn voor de taak, waarvoor ze zijn aangesteld. Ze zoeken zichzelf niet, maar zijn bereid alles te doen wat voor handen is, met blijdschap in het hart. Ze staan open voor correctie en denken niet dat ze de wijsheid in pacht hebben. Ze werken aan de eenheid binnen de groep c.q. de gemeente en doen hun werk als voor de Here. Zulke medewerkers zijn goud waard en een grote steun voor de voorganger. Door het gedisciplineerd en toegewijd gedrag verlichten ze het werk van de voorganger en leveren, ook al zijn ze niet direct betrok­ken bij het pastorale werk, een grote bijdrage aan het winnen en opbou­wen van ­kostbare zielen. De zegen des Heren rust op hun leven en ze ervaren grote genade in de dingen van de Here.

share