Eeuwig leven
In de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus zit de belofte van het hebben van eeuwig leven vervat. De Here zegt in Zijn Woord: “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.”(Johannes 3:36). De Here zegt dus niet dat we pas na de dood eeuwig leven zullen hebben, maar Hij geeft ons duidelijk te kennen dat we dat reeds nu, hier op aarde, hebben. Als we deze woorden van de Here serieus nemen, zal het eeuwig leven nu al zichtbaar moeten zijn in ons leven in de vorm van vrede en rust, aangezien het ontvangen van eeuwig leven ingaat op het moment dat we bewust, met geheel ons hart, kiezen voor de Here. We kunnen nu al genieten van de zegeningen van het eeuwig leven. We mogen het leven van nu geenszins wegdenken, ook al ondergaan we strijd en vervolgingen. Het relatief korte leven op aarde moeten we zien als een voorbereiding op het leven na dit aardse leven; we moeten nu al een licht en het zout zijn. Zaken van de eeuwigheid moeten nu al zichtbaar zijn in ons leven.
Het moet wel duidelijk zijn voor allen die de Here oprecht dienen, dat dit leven slechts van korte duur is en dat het grootste deel van ons leven, lees het eeuwig leven, zal plaatsvinden na dit aardse leven. Onze levensduur in het hiernamaals is absoluut niet te meten aan het leven dat we nu in het vlees hebben. Dit mogen we nooit uit het oog verliezen. Paulus zegt in 1 Corinthe 15:19:“Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.” Wie zich alleen beijvert om het in dit leven te maken en weinig of geen tijd besteedt aan de dingen van de Here, zal later zeer veel spijt hebben. Wat we hier op aarde met ons leven doen, zal bepalend zijn voor ons leven in het hiernamaals. Het is absoluut verkeerd een groot deel van onze tijd en onze gedachten te wijden aan dingen die vergaan. De Here waarschuwt ons nadrukkelijk onze schat in de hemel te bewaren. Hij zegt in Mattheüs 6:19,20:“Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.” We doen er goed aan deze woorden van de Here serieus te nemen, want er is een leven na dit leven. Het eeuwig leven is reëel. We moeten ook bezig zijn met de dingen van de hemel en niet al onze energie stoppen in de dingen van deze wereld.
De behoudenis, waarover de Here geregeld sprak, heeft voor een deel te maken met de dingen van nu. Ook nu mogen we gelukkig zijn en het goed hebben. Ook nu wil de Here ons vele zegeningen geven, opdat we ook anderen kunnen zegenen. Ook nu wil de Here ons vrede geven. Wat we vooral niet mogen vergeten is, dat we in een tijd leven, waarin vele van onze broeders en zusters door vervolgingen best een zware tijd meemaken. Deze gelovigen weten niet wat het betekent te genieten van de genoegens van deze wereld. Ze hebben geen mooie auto of mooi huis. De Here ziet dat ook! Maar ze hoeven, God zij dank, niet eeuwigdurend te treuren, want dit leven duurt maar kort. De Here bemoedigt hen als volgt in Mattheüs 5:11,12:“Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt enliegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. Verblijdt u en verheugt u, want UW LOON IS GROOT IN DE HEMELEN;”