Het verloren schaap
De Heiland houdt van al Zijn kinderen, ja van alle mensen, maar besteedt extra aandacht aan de kinderen van God die afvallig zijn, in de zonde gevallen zijn, die fouten gemaakt hebben. De term verloren schaapwijst op deze mensen. “Indien een mens in het bezit is gekomen van honderd schapen en één ervan raakt verdwaald, zal hij dan niet de negenennegentig op de bergen laten en heengaan om het dwalende te zoeken?” (Mattheus 18:12).
De Heer bekommert zich over die ene ziel die verdwaald, afgevallen is. Hij verstoot de afvalligen niet. Hij gaat op zoek naar hen.
De verdwaalde heeft niet alleen de herder, maar ook de kudde verlaten. De afvallige verlaat niet alleen de Heer, maar ook de gemeente.
Ik denk aan de gelijkenis van de verloren zoon die zijn vader verliet. Die zoon ging de wereld en de zonde dienen en leidde een leven dat verschrikkelijk geweest moest zijn voor zijn vader. In dit verhaal zien we dat de vader vastbesloten was zijn verloren zoon eens weer te mogen omarmen. Hij bad voor hem en keek elke dag uit naar zijn terugkomst. “En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. En hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.” (Lucas 15: 20). Hij viel het verloren schaap om de hals, omhelsde hem en kuste hem. Hij organiseerde een groot feest voor hem die verloren was en teruggekomen was. Hij repte geen woord over zijn fouten. Hij zei niet: Ik ga je straffen en ik wil dat je weet wat je ons aangedaan hebt, je zal boeten en lijden. Integendeel, er was feest omdat de zoon zich opnieuw bekeerd had en weer thuis was.
De Heer is blij als een verloren schaap, een afvallige, iemand die in de zonde gevallen is, terugkomt met een berouwvol hart. De verloren zoon zei vol berouw, “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten.(vers 21).Maar de vader zeide tot zijn slaven: “Brengt vlug het beste kleed hier en trek het hem aan en doe hem een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten.” (vers 22).
Vol berouw zei hij:‘Vader ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u,”Maar de vader was zo blij dat hetverloren schaap terug was, dat hij hem wonderlijk zegende:Brengt vlug het beste kleed … doe hem een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten.” Met andere woorden, kleed hem met een kleed van vergeving en gerechtigheid. Geef hem een ring, hij is weer helemaal terug, aan de vader verbonden. Hij had weer een relatie met de vader. De schoenen aan zijn voeten: hij mag weer in mijn wijngaard wandelen en werken.
Het berouwvolle afvallige kind van God wordt hersteld en in ontferming aangenomen door de Heer.