Leraren
Gods Woord spreekt heel duidelijk over de gevolgen die het gemis aan kennis van het Woord met zich meebrengt. In Hosea 4:6 lezen we:”Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal Ik ook uw zonen vergeten.”
Ongetwijfeld ernstige woorden in een ernstige tijd. Als Gods volk niet weet wat er in Zijn Woord geschreven staat, zal het een willoos werktuig worden in handen van de tegenstander en zijn manipulators. Gods Woord wordt vaak gebruikt om de eigen gedachten te staven en zo worden mensen eenzijdig of zelfs helemaal niet gevoed. De prediker die alleen in voorspoed geïnteresseerd is, zal in elke tekst van de Bijbel voorspoed zien en trachten zijn gehoor ervan te overtuigen, dat alles enkel en alleen om voorspoed draait. Daarom denk ik dat kinderen Gods niet lui moeten zijn, maar iedere dag het Woord van God moeten lezen en bestuderen. Het is ongetwijfeld de wil van de Here dat Zijn kinderen niet onmondig blijven, maar stabiele gelovigen worden: gelovigen die kunnen onderscheiden wat van God komt en wat niet. We moeten niet alles wat we horen zomaar aannemen, maar eerst toetsen aan het Woord van God.
In Efeziërs 4 wordt geschreven over de vijfvoudige bediening, bestaande uit apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars. Vooral leraars kunnen een belangrijke plaats innemen in het onderwijzen van Gods volk. Aan de andere kant waarschuwt Gods Woord ons:“Laat niet zovelen uwer leraars zijn, mijn broeders;”(Jakobus 3:1). Niet allen die zich opwerpen als leraren, zijn ook inderdaad geroepen in die bediening. Sommigen zijn leraren geworden uit verkeerde motieven, om bijvoorbeeld mensen achter zich te krijgen. Ook zijn er, die in een heel andere bediening geroepen zijn, maar zich desondanks opwerpen als leraar.
Gelovigen die anderen onderwijzen zonder geroepen te zijn, handelen zeer onverantwoordelijk. Ze staan soms op in de plaatselijke gemeente om hun eigen visie te verkondigen en denken daarbij dat ze het aan het rechte eind hebben. Geen wonder dat er veel verwarring ontstaat en vooral jong bekeerden vaak niet weten waar ze aan toe zijn. Ze horen heel veel tegenstrijdigheden, doordat zuster die of broeder die het anders ziet en dat met volle overtuiging probeert over te brengen op anderen.
In iedere gemeente lopen er “leraren” rond, die het beter menen te weten dan de voorganger of de leraar, die echt door de Here geroepen is. Daarnaast worden mensen ook via boeken of de televisie overspoeld met leringen. Het is niet zo dat alles wat u hoort of leest verkeerd is, maar het is wel raadzaam om waakzaam te zijn en niet klakkeloos alles over te nemen, ook al staat er een bekende naam achter. Door naar vele “leraren” te luisteren, zullen de mensen weinig of helemaal niet groeien en misschien zelfs achteruitgaan, evenals het steeds buitenshuis eten de spijsvertering niet altijd ten goede komt. Het aantal “volwassen baby’s” zal dan drastisch toenemen. Vooral voor pasbekeerden is deze tendens zeer gevaarlijk. Pasbekeerden hebben voedsel nodig van één gemeente, zoals baby’s ook het beste eraan toe zijn als ze door de eigen moeder gevoed worden. Eén van de taken van nazorgwerkers en begeleiders is het beschermen van pasbekeerden tegen de lawine van leringen die op hen afkomt. Later, als ze vaste spijs kunnen verdragen, zullen ze beter in staat zijn om te toetsen wat goed is. Ze moeten eerst een goed fundament hebben en dat krijgen ze niet door verschillende gemeenten te bezoeken. Gelovigen, weet dus wat u “eet”; uw leven hangt er van af!