Spreek geen kwaad
Het is overduidelijk wat het Woord bedoeld met “Spreekt geen kwaad van elkaar, broeders en zusters.” (NBV Jakobus 4:11). Het is een verbod om negatief of kwaad te spreken over uw broeders en zusters. Dit woord zegt ons in principe dat wij geen kwaad over de ene broeder of zuster met een andere broeder of zuster mogen vertellen. Wij mogen absoluut geen kwaadgerucht over elkaar in de gemeente Gods verspreiden. Het is een zonde, de zonde van liefdeloosheid, om fouten van een broeder of zuster rond te bazuinen of om zelfs met iemand over te praten. Negatief praten over een broeder of een zuster is absoluut niet de wil van God en wie dat toch doet, negeert de wil van God op dit gebied. Diegene is dan heel duidelijk ongehoorzaam en kan in geestelijke problemen komen.
Wij bereiken niets positiefs met ons negatief praten over een broeder of zuster, die volgens ons een kleine of grove fout gemaakt heeft.
Dit gedrag, dit klimaat van kwaadsprekerij, verstoort de Heilige Geest en belemmert het werk van de Heer in de gemeente Gods. De Heilige Geest is echt niet blij en zeer bedroefd als wij debet zijn aan kwaadspreken en kwaadgerucht verspreiden over een broeder of zuster.
Wat moeten wij dan doen als wij weten dat een broeder of zuster iets verkeerds heeft gedaan? Wij moeten die broeder of zuster lief hebben en onder vier ogen terechtwijzen, zonder te denken dat wij beter zijn.
“… de liefde bedekt tal van zonden.” (1 Petrus 4:8).
Wij mogen elkaar vermanen, maar we mogen geen kwaad spreken met een andere broeder of zuster en in geen geval met een ongelovige.
Wees dus waakzaam. Ziet toe op uzelf. Weet dat God echt niet graag werkt in een gemeente van kwaadsprekers of roddelaars.