Blijf bidden
Wie bidt, maar niet rein staat voor de Here, zal van de Here niets ontvangen. Hij die met een oprecht hart tot de Here wil naderen, zal eerst in het reine moeten komen met God en mensen, voordat hij kan zeggen: “Vader in de hemel”.
De Bijbel zegt: “Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, vòòr het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder en kom en offer daarna uw gave.” Mattheüs 5:23-24.
In Spreuken 28: 9 lezen we:
“Wie zijn oor afwendt van het horen der wet, diens gebed zelfs is een gruwel.”
Wie bidt en iets vraagt, erkent daarmee zijn afhankelijkheid van God.
We bidden tot God, omdat we Zijn grootheid en heerlijkheid erkennen.
We bidden tot God, omdat we geloven dat Hij ons kan helpen.
We bidden tot God, omdat we zonder Hem niet willen leven.
Wie bidt, erkent dat hij het zelf niet kan en roept nederig de hulp van God in.
“En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;” Epheze 6:18.