Gaven van de Heilige Geest
Wat we in deze tijd meer dan ooit nodig hebben, zijn de geestelijke gaven. Zonder deze gaven kunnen we onmogelijk optimaal functioneren in Gods Koninkrijk. De Here wil ze graag aan al Zijn kinderen schenken. Bij Hem is geen aanzien des persoons. Wat we wel moeten doen, is ons openstellen voor het werk van de Heilige Geest in ons, en daarbij hoort ook het ontvangen van de geestelijke gaven of, anders gezegd, geestelijke geschenken. Als we ons vol verlangen uitstrekken naar deze gaven, zal de Heilige Geest graag tot ons komen.
Gods Woord zegt in 1 Korinthe 14:1: “Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven van de Geest.” Beide zijn onmisbaar in ons leven: zowel de liefde als de gaven, maar aan de liefde wordt toch een hogere waarde toegekend. Vandaar dat voor de liefde het woord “najagen” wordt gebruikt, dat krachtiger is dan “streven naar”. Ons grootste verlangen moet zijn de liefde van de Here in ons hart te ontvangen. Daarnaast moeten we ons uitstrekken naar de geschenken van de Heilige Geest.
De liefde en de gaven van de Heilige Geest zullen ons het vermogen schenken onze naaste met meer liefde en aandacht tegemoet te treden. Deze hemelse hulpmiddelen zijn onmisbaar in elke bediening. De gelovige die vervuld is met liefde en bewogenheid, zal veel meer kunnen doen voor zijn zieke medemens dan de gelovige die deze gave niet heeft. Geen wonder dat de Bijbel in 1 Korinthe 14 het verband legt tussen de liefde en de gaven.
Het is ondankbaar om de Heilige Geest te willen ontvangen, zonder daarbij Zijn gaven te aanvaarden. Het is hetzelfde als wanneer iemand op zijn trouwdag geniet van de aanwezigheid van een goede vriend, maar zijn kostbaar geschenk met een nonchalant gebaar afwijst. Dat is, op zijn zachts gezegd, beledigend.
De hemelse Bruidegom heeft geestelijke gaven voor de Gemeente. Ieder lid kan afzonderlijk een of meer gaven ontvangen. “Maar aan een IEDER wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen.” Allen worden er beter van. Die gave is dus duidelijk niet bedoeld voor persoonlijk voordeel of zelfverheerlijking, maar tot welzijn van allen.
Het is verkeerd de gaven van de Geest af te wijzen, enkel en alleen omdat we ons aan anderen spiegelen die er verkeerd gebruik van maken of gemaakt hebben. Gods Woord blijft ondanks al die negatieve zaken overeind staan, want God is niet veranderd. We moeten juist ernstiger gaan streven naar de gaven, zodat we kunnen zien dat het ook anders kan. We mogen het kind niet met het badwater weggooien, maar moeten een brandend verlangen hebben naar geestelijke gaven. De mensheid heeft geen tekort aan goede predikers, maar wel aan mensen die zich openstellen voor de werking van de hemelse geschenken.
Bid daarom dagelijks tot de Vader en vraag Hem om de geestelijke gaven, niet om belangrijk te willen zijn, maar om anderen tot zegen te zijn.