Liefde?
Ik heb nooit gedacht dat zoveel mensen echt van me houden. De liefde van de Heer beweegt mensen daartoe. Ieder kind van God mag weten dat hij/zij geliefd is, soms zelfs zeer geliefd. Ik proef iedere keer de liefde van heel veel gelovigen. Door die liefde en aanvaarding, ondanks mijn tekortkomingen, ben ik met blijdschap voorganger van deze prachtige gemeente. Iedere keer ben ik heel blij en gelukkig als ik in de gemeente mag zijn. De liefde, aanvaarding en vriendelijkheid komen me tegemoet.
De andere kant van de medaille is, dat er ook enkele mensen zijn die echt niet van me houden, ook al beweren ze dat ze Jezus liefhebben. Hoe zo? Waarom? Als ze het niet eens met me zijn. Als ik van mening verschil met hen, omdat ik soms een broeder moet corrigeren, terwijl correctie aanvaarden zeer belangrijk is. Als ik sommigen op hun fout wijs. Mensen houden ook niet meer van me als ik per ongeluk iets zeg wat hen stoort. Of als ze denken dat ik hen bewust niet gegroet hebt. Ook aan mede-gelovigen nemen ze aanstoot. Ze gaan dan op zoek naar een andere gemeente. Het doet veel pijn als mensen om die redenen hun gemeente verlaten.
Dat zou niet zo mogen zijn bij wedergeboren kinderen Gods. Gelukkig zijn er ook een groot aantal mensen die, ondanks alle bovengenoemde zaken, zich niet laten verleiden om mij hun liefde te onthouden en de gemeente te verlaten.
Ik betreur het zeer dat sommigen, die zich kinderen Gods noemen en het vaak ook zijn, anderen zonder blikken of blozen aansporen om bij misverstanden en irritaties hun gemeente te verlaten. Dit gebeurt echt niet alleen bij Maranatha Ministries, maar praktisch iedere gemeente heeft met dit werelds gedrag te maken. Sommige mensen zijn geen vredestichters, ze zaaien en prediken tweedracht en verdeeldheid.
Eén van de dingen die de Heer me bevolen heeft, is om van ieder kind van God, van onze gemeente of van een andere gemeente, te houden. Wat voor negatiefs ze ook zeggen, ze zullen niets kapot kunnen maken. Dat zal hen niet lukken. Ik ben een geroepene van de Heer. Integendeel, alle negatieve woorden zullen tot steeds meer zegeningen en overwinningen leiden. Het geldt niet alleen voor mij, maar voor alle kinderen Gods. We zijn kinderen van één hemelse Vader. We moeten elkaar liefhebben, aanvaarden, verdragen, vergeven.
We zijn deelgenoten, huisgenoten van het Koninkrijk van God.