Aanstelling door God
De Bijbel is heel duidelijk in Epheze 4 vers 11. Daar staat geschreven, “(NBV) En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren.” Het is duidelijk dat die aanstelling tot apostel, herder enzovoort door de Here God plaatsvindt. Niet mensen kunnen zichzelf aanstellen, hoe graag ze dat zouden willen. De Here God bepaalt en stelt die mannen, uit de vijfvoudige bedieningen, aan. Menselijke inbreng kan die bedieningen schaden en overladen met menselijke inzichten en daden. Maar als de Here God die bewuste mannen of vrouwen aanstelt, zullen die mensen om goed te kunnen functioneren van God afhankelijk zijn en niet van een menselijke instelling. De Heer geeft die roeping en aanstelling, dus ook de voorzieningen die nodig zijn om goed te kunnen functioneren. De mensen in de vijfvoudige bediening zullen veel moeten bidden om hun afhankelijkheid aan God te benadrukken. Ook hebben zij andere gelovigen nodig die voor hen bidden.
Er zijn ook taken, bedieningen, waarbij de menselijke inbreng duidelijk is. In Titus 1:5,6 draagt apostel Paulus aan voorganger Titus op om oudsten aan te stellen, “en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zou aanstellen mannen, die onberispelijk zijn”. De oudsten zijn heel belangrijk voor de gemeente en nemen een voorname plaats in. Het gaat hier dus om een aanstelling door Titus op verzoek van Paulus. Maar ook oudsten kunnen door de Here God, wanneer hij dat wil en goedvindt, geroepen worden in de vijfvoudige bediening. Dat is in Gods hand. Promotie is van God.