Bekering
Wat betekent "Bekeerd zijn"?
Bekeerd zijn betekent eigenlijk omdraaien, omkeren. Helemaal de andere kant opgaan. De brede weg verlaten en de smalle weg opgaan. Bekeren betekent verder: De zelf gekozen weg verlaten en de weg van God kiezen en bewandelen. Een ieder die met God in het reine wil komen, zal zich eerst moeten bekeren.
Rijke, arme, grote, kleine, nette en slechte mensen, allemaal moeten zich bekeren. Oók de mensen die al hun hele leven naar de kerk gaan moeten zich bekeren. En oók mensen die gelovige ouders hebben. Iemand heeft gezegd: "God heeft geen kleinkinderen". Alle mensen moeten zich bekeren, dat zegt de Bijbel, het Woord van God. Laten wij eens zien wat de Bijbel te vertellen heeft over de mensen:
Romeinen 3:23 – "Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid van God…"
Alle mensen hebben gezondigd. Allemaal hebben ze God losgelaten. En door hun zonden waren ze niet in staat te leven naar de wil van God. En mensen zonder God zijn god-loze mensen, dat betekent: goddeloos. Dat is heel erg, want we lezen in 1 Samuel 2:9 dat goddelozen omkomen ( sterven) in de duisternis. "De voeten van Zijn gunstgenoten behoedt Hij, maar de goddelozen komen om in de duisternis."
In Spreuken 12:26 lezen wij dat de weg van de goddelozen hen doet dwalen.
Let dus goed op wat de Bijbel ons leert:
- Alle mensen hebben gezondigd
- mensen zonder God zijn goddeloos
- goddelozen zullen sterven ( omkomen)
- hun weg doet hen dwalen.
Zou dat ook voor kerkmensen gelden? Kerkmensen kunnen toch zo wel in de hemel komen? Moeten die zich ook werkelijk bekeren?
Bedenk dit: als u tien keer een garage binnenloopt bent u nog geen auto. Dus als u tien of meer keren naar de kerk gaat bent u nog geen Christen! Ook kerkgangers moeten zich bekeren. God heeft belangstelling voor zondaren, ook al gaan ze naar de kerk, hun zonden moeten wel weggedaan worden. Lees met mij mee in 1 Timotheüs 2: 3,4 – "Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen." En ook Ezechiël 18:23 – "Zou ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here Here. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve?" God wil niet dat de goddeloze sterft. Hij wil dat die goddeloze zich bekeert en leeft. Die moet zich omkeren, omdraaien, bekeren.
Een voorbeeld: U moet van Amsterdam naar Zaandam. De wegwijzer vertelt u dat u naar links moet, maar u gaat naar rechts. Dan gaat u precies de verkeerde kant op. Dan is er maar één oplossing om op de rechte weg te komen. U moet u omkeren en de goede kant opgaan. U kunt niet een beetje naar links en een beetje naar rechts. Niet alleen uw handen en voeten richting Zaandam laten gaan en de rest naar de andere kant… U moet helemaal omdraaien en de juiste weg opgaan. Dan komt u op uw bestemming.
Dat is bekeren. Dat moet radicaal, dat moet helemaal, zonder terughoudendheid. U moet de goede kant opgaan, die smalle weg. Richting God. U kunt u niet halfjes bekeren, een beetje bekeren. Met één voet de wereld en één voet de Here. Gods Woord zegt: "Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten". Mattheüs 6:24.
Er bestaat niet zoiets als gedeeltelijke bekering of stap voor stap bekering.
Let op: Ook kerkmensen moeten zich bekeren. In de Bijbel vinden wij een goed voorbeeld. De Israëlieten uit het Oude Testament dachten vaak dat ze wel met hun gewoonten en regels deden wat God wilde. Maar in Jesaja 1:14 zien we dat God hun religieuze feestdagen en diensten haat. Hij haat ze omdat ze denken dat ze God daardoor eren. " Uw nieuwemaansdagen en uw feesten haat ik met heel mijn ziel, zij zijn Mij een last. Ik ben moede ze te dragen."
God zegt in Jesaja 59 : 1 en 2, dat er scheiding is tussen God en hen, door de ongerechtigheden en zonden. "Zie de hand des Heren is niet te kort om te verlossen, en zijn oor niet te onmachtig om te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort." Hij wil dat de mensen zich moeten bekeren van hun zonde. Ze moeten niet denken dat het wel goed zit omdat ze kerkgangers zijn. "Bekeren" zegt God!
Aanvulling
- Als wij Romeinen 3:23 en Romeinen 5:12 zorgvuldig lezen ontdekken we wat de nare gevolgen van de zonde zijn. De gevolgen van de zonde zijn: de dood en het missen van Gods heerlijkheid.
- In Ezechiël 18:4 en 20 zegt God duidelijk dat "de ziel die zondigt, die zal sterven." Het sterven in deze teksten heeft te maken met de eeuwige dood.
- Wat kunt u leren uit Ezechiël 18:23 en 28? Dat God niet blij is met de dood van een zondaar. Hij wil heel graag dat een ieder behouden wordt en dat niemand verloren gaat.
Samenvatting
We hebben gezien dat alle mensen gezondigd hebben, dat de ziel die zondigt zal sterven, dat God dat niet wil, maar dat Hij wil dat de mens tot inkeer, tot bekering komt en dat daar iets voor nodig is. Het geloof in de Here Jezus. " Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe." Johannes 3:16. Op Golgotha heeft de Heiland de prijs voor onze redding betaald. Een ieder die zich bekeerd, en dat alleen voor 100%, kan deel hebben aan die redding. Alleen door het geloof in Hem wordt dat eeuwige leven geschonken. In Jesaja 1:14,15 hebben wij gelezen dat vroeger de mensen dachten dat ze God een plezier konden doen op hun manier. Ook nu nog zijn er velen die zo denken. In Efeziërs 2:5 zien we precies waardoor we behouden zijn. Is dat uit werken of prestaties? Komt dat door onze trouw of eerbied? "door genade zijt gij behouden". De stap die wij moeten doen om deel te hebben aan die genade staat overduidelijk aangegeven in Handelingen 17:30 – "God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen". Het laat ons de noodzaak zien van de bekering.
Lees de volgende bijbelteksten:
- Romeinen 3:23
- 1 Samuel 2:9
- Spreuken 12:26
- Jesaja 1:14
- Jesaja 59:1,2
- Ezechiël 18:4
- Ezechiël 18:23
- 1 Thessalonicenzen 1:9
- Johannes 3:16
- 1 Timotheüs 2:3,4
- Handelingen 17:30
- Johannes 3:36
- 1 Johannes 1:9